wespen

Uiterlijk
De gewone wesp, werkster, wordt 10 tot 15 mm lang en is zwart en (fel)geel gekleurd. De koningin is veel groter dan de werkster en wordt gemiddeld 20 mm lang. Ze hebben 2 paar doorzichtige vleugels. De gewone wesp heeft de karakteristieke wespen taille, smalle taille met inkeping bij de vleugels, en geen brede taille zoals bij een hommel. De soort lijkt veel op de Duitse wesp, maar de Duitse wesp onderscheidt zich door drie karakteristieke zwarte stippen op de kop. De soort kan ook onderscheiden worden door de zwarte puntjes op elk van de zes segmenten van het abdomen (onderlijf).

Ontwikkeling
Het is een sociale wesp die zijn papieren nest, dat is samengesteld uit gekauwde houtvezels, vaak onder de grond, spouwmuren, holle ruimten enz. bouwt. Hierbij maakt de hij meestal gebruik van een verlaten holle ruimte als de start voor het nest. Dit wordt later uitgebreid door de werksters. Hij toont zijn nut in tuinen, omdat hij rupsen en vele andere insecten in toom houdt.
In het voorjaar bestaan er alleen maar koninginwespen die op een beschutte plaats overwinterd hebben. Ze beginnen in het voorjaar een nest te bouwen met raten. De koningin legt haar eerste eitjes in de basis van het nest. Na zeven tot tien dagen komen de eitjes uit en verschijnen er witte pootloze larven. Na één of twee weken gaan die zich verpoppen, een proces dat eveneens één à twee weken duurt. De larve is dan, rond de tweede helft van mei, een volwassen wesp geworden, onvruchtbare vrouwtjes. Zij nemen de taak van de koningin over door het nest af te bouwen en de larven te voorzien van voeding. De koningin houdt zich dan alleen nog bezig met het leggen van eitjes. In augustus wordt er een tweede lichting larven gelegd die uitgroeien tot mannelijke wespen (darren) en kort daarna komt er een derde lichting larven die weer uitgroeien tot nieuwe koninginnen. Vaak sterven de darren vrij snel nadat ze koningin bevrucht hebben. De oude koningin en de onvruchtbare vrouwtjes (werksters) sterven nu allen en de bevruchte koninginnen zoeken een goede overwinteringsplaats om zo een nieuwe cyclus te starten.

Schade / overlast
De grootste schade die wespen kunnen toebrengen, is als ze mensen of dieren steken. De steken zijn zeer pijnlijk en er kunnen allerlei symptomen optreden, zoals jeuk, roodheid van de huid en zwellingen. Sommige mensen (en dieren) zijn allergisch voor het gif dat de wesp in de huid spuit. Ze kunnen dan in shock raken en uiteindelijk zelfs eraan overlijden.
Als er een wespennest in de spouwmuur zit, dan is het mogelijk dat de wespen isolatiemateriaal hebben moeten doorknagen om, bijvoorbeeld, meer ruimte te maken voor het (groeiende) nest. Lastig is ook dat een spouwmuur altijd geventileerd moet blijven. Een wespennest kan die ventilatie behoorlijk verstoren. Door geringe ventilatie kunnen zwammen of schimmels ontstaan en dan heb je er een ongedierteprobleem bij.
Voorkomen
Zonder nest ook geen overlast, maar het is niet gemakkelijk om te zorgen dat wespen niet de kans krijgen zich te nesten. Belangrijk om te weten is dat wespen, en dan specifiek de koningin, hun nest het liefste in de grond maken. Niet altijd is een plek in de grond veilig genoeg, dan volstaan dakranden, aanbouwen en spouwmuren ook prima. Zorg er dus voor dat er in uw huis, tuin of schuur geen gaatjes of kieren te vinden zijn dat droge en holle ruimtes kunnen worden. Stootvoegen kunt u deels afdichten met een bijenbek.
Maak NOOIT een in/uitgang van een wespennest in een souwmuur dicht. Ze gaan op zoek naar een nieuwe in/uitgang en kunnen dan in huis terecht komen!
