veldmuis
Uiterlijk
De veldmuis is bruin tot grijsbruin van kleur met soms andere variaties tot aan zwart. De snuit heeft een plompe / stompe bouw. De oren en ogen zijn, in tegenstelling tot de huismuis, verborgen in de vacht. Over het algemeen zijn ze kortharige en geeft de vacht een indruk dat de veldmuis glad is. De maximale lichaamslengte is 9 tot 13 cm en de staart is veel korter dan het lichaam (ongeveer 1/3 van de lichaamslengte). Pasgeboren veldmuiszen zijn kaal en blind.
Schade / overlast
– Knaagschade aan de bast aan de voet van jonge bomen;
– Overbrengen van modderkoorts;
– Schade in weilanden door ondermijnen van de grasmat of het
bouwland door knagen aan de wortels;
– Schade in boomgaarden kan zeer aanzienlijk zijn (ringen van de
bomen).
Leefwijze
Veldmuizen kunnen zeer goed graven. Bij voorkeur leven ze op een droge, zonnige en beschutte plaats. Er dient wel ruige en dichte plantgroei aanwezig te zijn. Bij voorkeur eten ze graangewassen, bollen, aardappelen, kool wortels en boomschors. De holen waarin ze leven graven ze zelf. Meestal zijn de holen horizontaal gegraven maar het komt ook voor dat deze soms loodrecht of schuin omlaag worden gegraven, met soms wel een diepte van 60 cm. De uitgangen zijn altijd geopend en onderling verbonden door typerende looppaadjes.
De uitwerpselen zijn 0,4 tot 0,8 cm lang en 0,2 cm dik, groenachtig en zijn te vinden rondom de holen en eetplaatsen.
De wijfjes werpen 5 à 6 keer nesten per jaar en geven per keer ongeveer 5 tot 6 jongen. De draagtijd is 3 weken. Na 25 dagen zijn de jongen geslachtsrijp. De veldmuis wordt maximaal 1,5 jaar echter door natuurlijke vijanden worden ze meestal maar 1 jaar.
Bestrijden
Zorg dat het terrein vrij is van ruige begroeiing en draag zorg voor een weidebeheer, grasmat kort en egaal, slootkanten schoon en de begroeiing hiervan kort. Bij boomgaarden de bomenrij in zwarte grond zetten en wederom de “bodembegroeiing” kort houden.
